Schrift in Uitvoering
+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
1 Timoteüs
1 2 3 4 5 6 21 %
1Tim. 1
1:1 Paulus 1), een apostel van Christus Jezus
naar het bevel van God onze zaligmaker en Christus Jezus onze hoop.
2 aan Timoteüs, mijn waar kind in geloof:
genade, ontferming, vrede
van God de vader en Jezus Christus onze heer.
3 Dat ik je heb opgeroepen te blijven in Efese
toen ik naar Macedonië reisde
was dat,
opdat jij anderen zou bevelen
geen ander leer te brengen,
4 en zich niet bezig te houden met mythen
en eindeloze geslachtsregisters
die eerder zinloze speculaties opleveren
dan een huishouden 2) van God in het geloof.
5 Het doel nu van de oproep is:
liefde vanuit een rein 3) hart
en een goed geweten
en waar 4) geloof,
6 waarvan sommigen afgedwaald zijn
door zich te keren tot leeg 5) gepraat,
7 zij willen leraren van de Wet zijn
terwijl ze niet begrijpen
wat ze zeggen
noch wat zij van sommige dingen bevestigen.
8 Wij weten dat de Wet goed is
als iemand haar legitiem 6) gebruikt,
9 wel wetend, dat niet voor een rechtvaardige
een wet is vastgesteld
maar voor wetlozen, tuchtlozen, goddelozen en zondaars,
heiligschenners en ontwijders 7), vadermoordenaars en moedermoordenaars, doodslagers
10 hoereerders, knapenschenders,
slavenhandelaars 8), leugenaars, meinedigen
en al het verdere dat tegen de gezonde leer ingaat,
11 in overeenstemming met het evangelie 9)
van de glorie van de zalige God,
in wie ik geloof.

12 Ik ben hem dankbaar die mij sterk maakt,
Christus Jezus 10) onze Heer,
dat hij mij betrouwbaar 11) achtte
om mij in (zijn) dienst te stellen 12).
13 (Ik) die vroeger een lasteraar 13) was,
en een vervolger
en arrogant 14),
maar mij is ontferming bewezen,
waar 15) ik onwetend en niet in vertrouwen 16) heb gehandeld.
14 De genade van onze Heer is zelfs bijzonder overvloedig geweest
met vertrouwen en 17) liefde in Christus Jezus 18).
15 Betrouwbaar is het woord,
en het aannemen van allen waard:
Christus Jezus is in de wereld gekomen om zondaars te redden,
van wie ik de eerste 19) ben.
16 Maar daarom is mij ontferming bewezen,
opdat Christus Jezus in mij als eerste heel de verdraagzaamheid 20) kon 21) tonen,
als toonbeeld van 22) hen 23) die vertrouwen zullen krijgen in hem,
(op weg 24)) naar eeuwig 25) leven.
17 Aan de koning der eeuwen,
de onvergankelijke 26), onzichtbare en enige God
zij de eer en de glorie tot in de eeuwen der eeuwen.
Amen.

1vertaling van Kees Meijer
2Letterlijk vertaald zou het kunnen zijn: de economie.
3zowel ceremonieel als ethisch
4ook te vertalen als: ernstig, echt, zonder hypocrisie. Oussoren: ongeveinsd
5ook mogelijk: zinloos
6volgens de regels, Oussoren: wetswijze
7overgenomen van Oussoren, letterlijk: onheiligen en profanen
8NBG: zielverkopers (zeer vrij); Oussoren: mensenrovers
9Oussoren zeer mooi: verkondiging
10of met Den Dulk: Messias Jezus. Dan ook in vs. 14, 15, 16
11de stam ‘trouw’/ ‘geloof’ keert in álle verzen van dit gedeelte terug. Ik heb zo veel mogelijk geprobeerd concordant te vertalen. Liefst kies ik voor vormen van ‘trouw’, om zo iets te vervreemden van het al te bekend geachte woord ‘geloof’.
12NBV herschikt de zin, niet ten onrechte: … en het mij heeft toevertrouwd hem te dienen
13of: kwaadspreker
14NBV: beschimpen – dat past wel mooi in het rijtje, maar de wortel van het Griekse woord verwijst toch echt naar iets anders, nl. de hybris
15de meeste vertalingen vertalen ‘omdat’. De vraag is echter of de onwetendheid en het ongeloof bedoeld zijn als excuus. Of zijn de onwetendheid en het gebrek aan vertrouwen juist punt van verwijt? Ik was onwetend en ongelovig, en désondanks wordt ontferming bewezen. Den Dulk voorkomt het excuus-effect door toevoeging van het woord juist: 'juist omdat'
16Den Dulk vertaalt zelfs: 'in wantrouwen'
17evt. en de liefde
18Den Dulk: die Messias Jezus eigen zijn
19meer rangorde dan volgorde: de ergste
20of: geduld
21letterlijk: zou
22Den Dulk: 'oerbeeld'. Letterlijk: 'tot voorbeeld voor'
23NBV heeft hier onnodig 'allen'
24hier volg ik de Naardense Bijbel. Zo blijven ‘eeuwig leven’ en ‘vertrouwen in hem’ optimaal met elkaar verbonden. Zo niet in de NBV: ‘en het eeuwige leven zullen ontvangen’.
25NBV ten onrechte: ‘het eeuwige leven’. Dat lidwoord staat er niet. En wie het wel vertaalt suggereert al te zeer dat wel bekend is wat met 'eeuwig leven' wordt bedoeld. Anderen vertalen '(een) eeuwigheidsleven'. Daarin blijft het geheimenis van de formulering wél bewaard. Den Dulk parafraseert mooi: nieuwe tijd die aanbreekt
26of: onsterfelijke